loger (ww):
wonen(fr) —.
(fi) verbi., gevestigd zijn(fr) —., huizen(fr) —., resideren(fr) —., onderbrengen(en) admit to residence.
(en) keep within a structure or container., huisvesten(pt) 1. dar acomodação a., leven(fi) verbi.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com