observer (ww):
observeren(fr) —.
(en) to follow.
(en) to notice, to watch.
(en) look at attentively.
(pl) —., opmerken(fr) —.
(en) to follow.
(en) to notice, to watch., volgen(fr) —.
(en) to follow.
(en) to notice, to watch., waarnemen(fr) —.
(de) Wissenschaft: wahrnehmen oder messen.
(de) genau betrachten, überwachen., bemerken(fr) —., merken(fr) —., opvolgen(fr) —., toekijken(fr) —., bekijken(en) to observe.
(de) Wissenschaft: wahrnehmen oder messen.
(de) genau betrachten, überwachen.
(pt) (olhar para algo)., toezien(de) auf etwas achten: beobachten, Ausschau halten nach etwas.
(de) genau betrachten, überwachen.
(de) Wissenschaft: wahrnehmen oder messen., in acht nemen(en) to notice, to watch.
(en) to follow., respecteren(en) to notice, to watch.
(en) to follow., (pl) —., aandacht besteden(en) to mind., aankijken(de) den Blick bewusst auf etwas oder jemanden richten., aanschouwen(en) to see, to look at., aanzien(de) reflexiv: etwas oder jemanden betrachten, um es oder ihn kennenzulernen und beurteilen zu können., behartigen(en) to mind., behouden(en) observe., beschouwen(en) look at attentively., gade slaan(en) to mind., gehoorzamen(pl) —., houden(en) observe., kijken(pt) (olhar para algo)., kijken naar(en) to observe., opletten(en) to observe., uitkijken(en) to observe., zorgen voor(en) to observe.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com