Vertaling van 'passe' uit het Frans naar het Nederlands

passe (zn):
pass(de) Spiel, Sport: gezielte Ballabgabe an einen Spieler der eigenen Mannschaft.
(en) sports: act of passing.
, passage(en) opening, road, or track, available for passing.
(sv) 5 i poker.
, loper(en) key that opens several locks., moedersleutel(en) key that opens several locks., pas(en) opening, road, or track, available for passing., paspoort(sv) 5 i poker., passen(en) sports: act of passing.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken