Vertaling van 'recouvrer' uit het Frans naar het Nederlands

recouvrer (ww):
beter worden(en) transitive: to get back, regain., genezen(en) transitive: to get back, regain., herstellen(en) transitive: to get back, regain., recupereren(en) transitive: to get back, regain., terugwinnen(en) transitive: to get back, regain.

recouvrer (bn):
achterstallig(de) als Schuld oder Pflicht zu erfüllen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken