rejeter (ww):
afwijzen(en) to reject, refuse to accept.
(de) transitiv: zu etwas nein sagen; etwas zurückweisen oder missbilligen.
(de) Recht: einer Klage, einem Antrag nicht stattgeben.
(en) to refuse to accept.
(pt) (não aceitar).
(pt) (recusar; não permitir)., verwerpen(de) transitiv: zu etwas nein sagen; etwas zurückweisen oder missbilligen.
(de) Schuld oder Verantwortung auf jemanden oder auf missliche Umstände schieben.
(en) to throw away, reject.
(en) to refuse to accept.
(pt) (não aceitar).
(pt) (recusar; não permitir)., weigeren(en) to reject, refuse to accept.
(de) transitiv: zu etwas nein sagen; etwas zurückweisen oder missbilligen.
(en) to deny the truth or correctness of (something)., afdanken(en) to throw away, reject., afleggen(en) to throw away, reject., braken(lt) lt., de laan uitsturen(en) to reject, refuse to accept., kotsen(lt) lt., onderdrukken(en) to reject, refuse to accept., ontslaan(en) to reject, refuse to accept., ontwijken(en) to avoid, ostracize., opzijzetten(en) to throw away, reject., overgeven(lt) lt., vermijden(en) to avoid, ostracize., wegdrukken(en) to reject, refuse to accept., weggooien(en) discard or dispose of., wegsturen(en) to reject, refuse to accept., wegwerpen(de) etwas mit den Armen von sich werfen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com