rentrer (ww):
teruggaan(fr) —.
(en) to return to a place., terugkeren(fr) —.
(ru) снова приходить., binnenbrengen(fr) —., binnenhalen(fr) —., botsen(fr) —., hervatten(fr) —., ingetrokken(fr) —., intreden(fr) —., thuiskomen(fr) —., weer beginnen(fr) —., opnieuw invoeren(en) to enter again., aanrijden(pl) —., ingeven(en) to enter data., invoeren(en) to enter data.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com