surveiller (ww):
toezien(de) etwas/jemanden überwachen, auf etwas/jemanden aufpassen.
(de) genau betrachten, überwachen.
(de) auf jemand oder etwas aufpassen., aandacht besteden(en) to pay attention.
(en) —., behartigen(en) to pay attention.
(en) —., bekijken(de) genau betrachten, überwachen.
(en) to attend or guard., gade slaan(en) to pay attention.
(en) —., opletten(de) intransitiv: etwas oder jemanden beaufsichtigen.
(en) to attend or guard., uitkijken(de) intransitiv: etwas oder jemanden beaufsichtigen.
(en) to attend or guard., toezicht houden(en) watch over, guard., behoeden(de) transitiv, Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen., beloeren(de) aufmerksam und angespannt beobachten, was ein Lebewesen tut., bewaren(de) transitiv, Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen., controleren(en) watch over, guard., hoeden(de) transitiv, Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen., kijken naar(en) to attend or guard., op(de) transitiv, Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen., passen(de) transitiv, Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen., passen op(sv) ta hand om., surveilleren(en) watch over, guard., waarnemen(de) genau betrachten, überwachen., zorgen voor(en) to attend or guard.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com