Vertaling van 'visiter' uit het Frans naar het Nederlands

visiter (ww):
opzoeken(fr) —.
(en) to go and meet (someone).
, bezoeken(de) transitiv: jemanden aufsuchen, um mit ihm eine Weile zusammen sein zu können.
(de) transitiv: zu einem Ort gehen, um dort jemanden zu treffen oder etwas zu erledigen.
(en) to pay a social visit.
(en) to go and meet (someone).
(ru) навещать.
(pt) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken