Vertaling van 'voyageur' uit het Frans naar het Nederlands

voyageur (zn):
reiziger(en) one who travels.
(en) traveller.
(pl) —.
, gast(de) Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergt, bewirtet oder befördert wird., passagier(fi) jollakin kulkuneuvolla matkustava henkilö., reizigster(en) one who travels.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken