accumulare (ww):
accumuleren(de) (an)häufen, summieren.
(fr) Accumuler.
(es) —.
(pl) —., ophopen(en) to amass.
(fr) Accumuler., sparen(en) to accumulate money.
(ru) собирать впрок, увеличивать имеющееся количество чего-либо., een voorraad aanleggen(en) to accumulate or build up a supply of (something)., hamsteren(en) to amass., opeenhopen(fr) Accumuler., oplsaan(en) to accumulate or build up a supply of (something)., oppotten(en) to amass., opstapelen(en) to accumulate., plukken(pl) —., verzamelen(en) to amass.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com