approfittare (ww):
uitbuiten(en) use for one’s advantage.
(en) To take advantage of, exploit, use.
(de) —., exploiteren(en) use for one’s advantage.
(de) —., profiteren(de) Nutzen ziehen, aus etwas Profit ziehen.
(en) To take advantage of, exploit, use., aangrijpen(en) take advantage of., een slaatje slaan(en) To take advantage of, exploit, use., gebruik maken van(en) make use of., grijpen(en) take advantage of.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com