ordinario (bn):
gewoon(en) ordinary.
(en) normal, routine.
(sv) normal.
(pl) —.
(pl) —., alledaags(en) commonplace, ordinary.
(en) normal, routine.
(en) ordinary., gebruikelijk(sv) normal.
(pl) —., doordeweeks(en) ordinary., gangbaar(pl) —., gewoonlijk(pl) —., traditioneel(en) of or pertaining to tradition.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com