ordinato (bn):
naast elkaar(it) —., ordelijk(en) neat; tidy; possessing order.
(en) peaceful; well-behaved., net(en) arranged neatly., netjes(en) having a simple elegance or style; clean, trim, tidy, tasteful., opgeruimd(de) sich in Ordnung befindend., proper(en) arranged neatly., rein(en) arranged neatly., verzorgd(de) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com