partire (ww):
vertrekken(it) —.
(de) sich von einem Ort entfernen, einen Ort verlassen.
(en) to depart (intransitive).
(en) to leave.
(ja) 去る.
(sv) börja på en resa.
(pl) —.
(pl) —., afreizen(it) —., weggaan(en) to depart (intransitive).
(en) to travel somewhere, especially on holiday or vacation.
(en) to depart or leave a place.
(ja) 去る., verlaten(en) to leave.
(en) to leave., wegrijden(de) anfangen, sich fahrend (irgendwohin) zu bewegen; anfangen zu fahren.
(pl) —., afwijken(en) to leave., buitenrijden(pl) —., deponeren(en) to depart (intransitive)., gaan(en) to leave., heengaan(en) to leave., opbreken(de) sich von einem Ort entfernen, einen Ort verlassen., opstappen(de) sich von einem Ort entfernen, einen Ort verlassen., zich op weg begeven(de) sich von einem Ort entfernen, einen Ort verlassen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com