Vertaling van 'turista' uit het Italiaans naar het Nederlands

turista (zn):
toerist(de) Person, die zu ihrem Vergnügen reist.
(en) someone who travels for pleasure.
(fi) matkailija.
(lt) lt.
, bezoeker(en) sightseer., lifter(en) a person who hitchhikes., liftster(en) a person who hitchhikes., toeriste(en) someone who travels for pleasure., vakantieganger(en) somebody on holiday.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken