Vertaling van 'aanhangen' uit het Nederlands naar het Duits

aanhangen (ww):
anbringen(en) to attach., anheften(en) to attach., befestigen(en) to attach., befolgen(en) To hold, be attached, or be devoted., festhalten(en) To hold, be attached, or be devoted., halten(en) To hold, be attached, or be devoted.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken