Vertaling van 'af' uit het Nederlands naar het Duits

af (bn):
bereit(fr) Qui est en état de faire, de dire, de recevoir, etc. (Sens général).., fertig(fr) Qui est en état de faire, de dire, de recevoir, etc. (Sens général)..

af (vz):
ab(en) from one end to another.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken