Vertaling van 'opbouwen' uit het Nederlands naar het Duits

opbouwen (ww):
aufbauen(nl) —.
(nl) —.
(fr) Ériger, élever.
, aufstellen(nl) —.
(fr) Ériger, élever.
, errichten(nl) —.
(fr) Ériger, élever.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken