Vertaling van 'opgroeien' uit het Nederlands naar het Duits

opgroeien (ww):
aufwachsen(nl) —.
(en) to mature and become an adult.
, heranwachsen(nl) —., wachsen(fr) intransitif Devenir plus grand.
(en) grow up.
, erwachsen(en) to mature and become an adult.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken