Vertaling van 'vestigen' uit het Nederlands naar het Duits

vestigen (ww):
errichten(nl) —., gründen(nl) —., lenken(nl) —., richten(nl) —., sich niederlassen(nl) —., Fuß fassen(en) establish financial position., etablieren(en) establish financial position., festigen(en) establish financial position., siedeln(en) to fix one's dwelling.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken