Vertaling van 'opdoen' uit het Nederlands naar het Engels

opdoen (ww):
Be stricken by an illness, fall victim to an illness
contract, get, take

opdoen (ww):
Deplete
exhaust, play out, run down, sap, tire

opdoen (ww):
Provide (usually but not necessarily food)
dish, dish out, dish up, serve, serve up

Via: Ensyns.nl

opdoen (ww):
accumulate(de) unsystematisch suchen., gather(de) unsystematisch suchen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken