Vertaling van 'pastor' uit het Nederlands naar het Engels

pastor (zn):
A person authorized to conduct religious worship
curate, minister, minister of religion, parson, pastor, rector

Via: Ensyns.nl

pastor (zn):
pastor(fr) Ministre protestant.
(pt) Sacerdote da Igreja Protestante ou da Igreja Evangélica.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken