strijken (ww):
Cause to feel shame; hurt the pride of
abase, chagrin, humble, humiliate, mortify
strijken (zn):
Garments (clothes or linens) that are to be (or have been) ironed
ironing
strijken (ww):
Move over something with pressure
rub
strijken (ww):
Press and smooth with a heated iron
iron, iron out, press
strijken (ww):
Play on a stringed instrument with a bow
bow
Via: Ensyns.nl
strijken (ww):
iron(nl) —.
(de) glätten von Stoffen mit einem Bügeleisen.
(da) At bruge et strygejern.
(fr) Passer un fer chaud sur du linge.
(sv) släta ut tyg., lower(nl) —.
(de) etwas einziehen, eine Flagge herunterholen oder ein Netz heraufholen., strike(nl) —., stroke(nl) —., brush(fr) Raser, passer tout près, atteindre légèrement.., graze(fr) Raser, passer tout près, atteindre légèrement.., touch(fr) Raser, passer tout près, atteindre légèrement.., touch on(fr) Raser, passer tout près, atteindre légèrement..
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com
Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.
Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.