Vertaling van 'toebehoren' uit het Nederlands naar het Engels

toebehoren (zn):
Clothing that is worn or carried, but not part of your main clothing
accessory, accouterment, accoutrement

toebehoren (zn):
A supplementary part or accessory
attachment

toebehoren (ww):
Be relevant to
bear on, come to, concern, have to do with, pertain, refer, relate, touch, touch on

toebehoren (zn):
Equipment consisting of miscellaneous articles needed for a particular operation or sport etc.
appurtenance, gear, paraphernalia

toebehoren (ww):
Be owned by; be in the possession of
belong

Via: Ensyns.nl

toebehoren (ww):
belong to(nl) —., belong(ca) Ésser propietat.
(ru) быть собственностью.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken