Vertaling van 'winnen' uit het Nederlands naar het Engels

winnen (ww):
To gain with effort
accomplish, achieve, attain, reach

winnen (zn):
A victory (as in a race or other competition)
win

winnen (ww):
Be the winner in a contest or competition; be victorious
win

winnen (ww):
Win something through one's efforts
acquire, gain, win

winnen (ww):
Obtain advantages, such as points, etc.
advance, gain, gain ground, get ahead, make headway, pull ahead, win

winnen (ww):
Make (someone) agree, understand, or realize the truth or validity of something
convert, convince, win over

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.