Vertaling van 'afrijden' uit het Nederlands naar het Spaans

afrijden (ww):
pasear(fr) Mener, conduire, faire aller quelqu’un de côté ou d’autre.., recorrer(de) transitiv, Hilfsverb sein: eine bestimmte Strecke entlangfahren.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken