Vertaling van 'benutten' uit het Nederlands naar het Spaans

benutten (ww):
utilizar(fr) Utiliser.
(de) —.
(de) —.
, usar(fr) Utiliser.
(de) —.
, aprovechar(de) —., emplear(fr) Utiliser., servir(de) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken