Vertaling van 'beoefenen' uit het Nederlands naar het Spaans

beoefenen (ww):
cultivar(nl) —., estudiar(nl) —., cursar(en) to participate in, practise (an activity, profession)., operar(de) etwas am Laufen halten., practicar(fr) Faire du sport, une activité.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken