aanminnigheid (zn):
aantrekkelijkheid(nl) de hoedanigheid van het aanminnig zijn., beminnelijkheid(nl) de hoedanigheid van het aanminnig zijn., bekoorlijkheid(nl) de hoedanigheid van het aanminnig zijn., bevalligheid(nl) de hoedanigheid van het aanminnig zijn., innemendheid(nl) de hoedanigheid van het aanminnig zijn., liefelijkheid(nl) de hoedanigheid van het aanminnig zijn., schoonheid(nl) de hoedanigheid van het aanminnig zijn.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com