Nederlandse synoniemen voor 'afbeulen'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor afbeulen.

afbeulen (ww):
aanpoten(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, afjakkeren(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, afmatten(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, afpeigeren(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, afpijnigen(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, afsloven(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, aftobben(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, beulen(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, buffelen(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, pezen(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, ploeteren(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, sappelen(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, sloven(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, uitputten(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, uitsloven(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, vermoeien(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, zwoegen(nl) —.
(nl) (ov) heel hard laten werken tot het niet meer gaat.
, afmartelen(nl) —., afzeulen(nl) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken