Nederlandse synoniemen voor 'angst'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor angst.

angst (zn):
vrees(nl) het gevoel dat er onheil of gevaar dreigt.
(de) Gefühl der (existentiellen) Furcht oder Sorge, etwa bei einer Bedrohung.
(en) distrust or fear at the prospect of future evil.
(en) a phobia; sense of fear induced by something or someone.
(en) uncountable: emotion caused by actual or perceived danger or threat.
(en) pathological condition.
(fr) Grande frayeur, terreur, épouvante..
(it) [[timore]], [[preoccupazione]].
(pt) (temor, apreensão, sensação de insegurança).
(ru) состояние крайней тревоги и беспокойства от испуга, от грозящей или ожидаемой опасности; боязнь, ужас.
(pl) —.
, schrik(nl) het gevoel dat er onheil of gevaar dreigt.
(en) uncountable: emotion caused by actual or perceived danger or threat.
(en) a phobia; sense of fear induced by something or someone.
(fr) Grande frayeur, terreur, épouvante..
(sv) känsla förknippad med fara.
, bangheid(nl) —.
(nl) het gevoel dat er onheil of gevaar dreigt.
, beklemming(nl) —., engheid(nl) —., huiver(nl) het gevoel dat er onheil of gevaar dreigt., angstigheid(sv) stark rädsla, oro eller olust., bezorgdheid(fr) inquiétude., spanning(fr) inquiétude., verbijstering(fr) Grande frayeur, terreur, épouvante..

angst (ww):
aanjagen(en) traumatise, frighten., doen(en) traumatise, frighten., schrikken(en) traumatise, frighten.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken