N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor arm.
arm (bn):
behoeftig(nl) —.
(en) poor; destitute.
(pl) —.
(nl) niets of bijna niets bezittend., nooddruftig(nl) —.
(en) poor; destitute.
(nl) niets of bijna niets bezittend., bezitloos(nl) —.
(nl) niets of bijna niets bezittend., schraal(nl) —.
(nl) niets of bijna niets bezittend., pover(nl) —., rut(nl) —., beklagenswaardig(en) used to express pity.
(en) with few or no possessions or money.
(fr) Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. ., berooid(en) used to express pity.
(en) with few or no possessions or money.
(ru) имеющий мало денежных или иных средств., arme(en) used to express pity.
(en) with few or no possessions or money., armoedig(en) used to express pity.
(en) with few or no possessions or money., erbarmelijk(fr) Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. ., indigent(en) poor; destitute., karig(de) sozial: materielle Armut bezeugend, ärmlich, karg., onbemiddeld(en) poor; destitute., ongelukkig(fr) Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. ., schamel(fr) Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. ., zielig(fr) Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. .
arm (zn):
tak(nl) —.
(en) part that divides like the branch of a tree.
(nl) een (min of meer zelfstandig) onderdeel van een organisatie., vertakking(nl) —.
(en) part that divides like the branch of a tree., zijtak(nl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com