bloheid (zn):
bangheid(nl) —.
(nl) (pejoratief) overdreven behoedzaamheid uit angst voor gevaar., lafheid(nl) —.
(nl) (pejoratief) overdreven behoedzaamheid uit angst voor gevaar., schuchterheid(nl) —.
(nl) terughoudendheid of voorzichtigheid in de omgang met mensen, vooral onbekenden, door innerlijke onzekerheid., verlegenheid(nl) —.
(nl) terughoudendheid of voorzichtigheid in de omgang met mensen, vooral onbekenden, door innerlijke onzekerheid.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com