Nederlandse synoniemen voor 'burchtheer'

burchtheer (zn):
kasteelheer(nl) eigenaar van een kasteel., kasteelbewoner(nl) eigenaar van een kasteel., slotvoogd(nl) eigenaar van een kasteel., slotheer(nl) eigenaar van een kasteel., burchtvoogd(nl) eigenaar van een kasteel.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken