domig (bn):
klam(nl) —.
(nl) bezweet in een omgeving die niet erg warm is., mistig(nl) —.
(nl) als bij lucht met veel heel kleine waterdruppeltjes., nevelig(nl) —.
(nl) als bij lucht met veel heel kleine waterdruppeltjes.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com