engheid (zn):
angst(nl) —.
(nl) het griezelig zijn; de mate van griezelig zijn., bekrompenheid(nl) —.
(nl) het niet verder kunnen kijken dan de eigen mening., griezeligheid(nl) het griezelig zijn; de mate van griezelig zijn., engdenkendheid(nl) het niet verder kunnen kijken dan de eigen mening.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com