N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor geëmmer.
geëmmer (zn):
gezanik(nl) —.
(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., gezwatel(nl) —.
(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., gezever(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., geouwehoer(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., gemekker(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., geëmmer(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., gezeur(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., geklaag(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., gedonder(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., geklooi(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is., geneuzel(nl) (pejoratief) aanhoudend ruzieachtig geklaag zonder dat daar een echt goede reden voor is.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com