gebeier (zn):
klokgelui(nl) het aanhoudend luiden van (kerk)klokken; aanhoudend klokkenspel., gelui(nl) het aanhoudend luiden van (kerk)klokken; aanhoudend klokkenspel., klokkengelui(nl) het aanhoudend luiden van (kerk)klokken; aanhoudend klokkenspel., klokgebeier(nl) het aanhoudend luiden van (kerk)klokken; aanhoudend klokkenspel.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com