goedgeluimd (bn):
goedgehumeurd(nl) in een toestand van vrolijkheid verkerend., goedgemutst(nl) in een toestand van vrolijkheid verkerend., goedgezind ''(België)''(nl) in een toestand van vrolijkheid verkerend., opgewekt(nl) in een toestand van vrolijkheid verkerend., opgeruimd(nl) in een toestand van vrolijkheid verkerend., vrolijk(nl) in een toestand van vrolijkheid verkerend.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com