goeiedag (interjection):
dag(en) greeting., goededag(en) greeting., goedendag(en) greeting., goeiendag(en) greeting., hai(en) greeting., hallo(en) greeting., hoi(en) greeting., hé(en) greeting.
goeiedag (phraseologicalUnit):
goedendag(en) greeting between sunrise and sunset.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com