hupsen (ww):
fluisteren(nl) —.
(nl) (intr) springerig dansen., hippen(nl) —.
(nl) (intr) zich schoksgewijze bewegen., hoppen(nl) —.
(nl) (intr) zich schoksgewijze bewegen., huppen(nl) —.
(nl) (intr) zich schoksgewijze bewegen., hupsemen(nl) (intr) springerig dansen., hupsenen(nl) (intr) springerig dansen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com