kibbelarij (zn):
kibbelpartij(nl) —.
(nl) de keer dat men kibbelt., onenigheid(nl) —.
(nl) de keer dat men kibbelt., ruzie(nl) —.
(nl) de keer dat men kibbelt., twist(nl) —.
(nl) de keer dat men kibbelt., krakeel(nl) het kibbelen., ruziemakerij(nl) het kibbelen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com