kleinburgerlijkheid (zn):
bekrompenheid(nl) —.
(nl) iets dat past bij een conservatief, burgerlijk persoon die bekrompen opvattingen heeft., benepenheid(nl) —.
(nl) iets dat past bij een conservatief, burgerlijk persoon die bekrompen opvattingen heeft., kleinheid(nl) —.
(nl) iets dat past bij een conservatief, burgerlijk persoon die bekrompen opvattingen heeft., kleinzieligheid(nl) —.
(nl) iets dat past bij een conservatief, burgerlijk persoon die bekrompen opvattingen heeft., provincialisme(nl) —.
(nl) iets dat past bij een conservatief, burgerlijk persoon die bekrompen opvattingen heeft., burgerlijkheid(nl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com