lollen (ww):
dollen(nl) —.
(nl) grappen maken; plezier maken., lallen(nl) —.
(nl) onduidelijk praten, prevelen., lullen(nl) —.
(nl) onduidelijk praten, prevelen., prevelen(nl) —.
(nl) onduidelijk praten, prevelen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com