Nederlandse synoniemen voor 'oefenaar'

oefenaar (zn):
trainer(nl) iemand die een ander een bepaalde vaardigheid aanleert., leermeester(nl) iemand die een ander een bepaalde vaardigheid aanleert., oefenmeester(nl) iemand die een ander een bepaalde vaardigheid aanleert., prediker(nl) was iemand die mocht preken in een godsdienstoefening van een protestantse gemeente en ook zelf zijn preken mocht maken, dit in tegenstelling tot de preeklezer in de leesdienst, die alleen preken van anderen mag voorlezen. ., lekenpreker(nl) was iemand die mocht preken in een godsdienstoefening van een protestantse gemeente en ook zelf zijn preken mocht maken, dit in tegenstelling tot de preeklezer in de leesdienst, die alleen preken van anderen mag voorlezen. ., godsdienstonderwijzer(nl) was iemand die mocht preken in een godsdienstoefening van een protestantse gemeente en ook zelf zijn preken mocht maken, dit in tegenstelling tot de preeklezer in de leesdienst, die alleen preken van anderen mag voorlezen. ., leerling(nl) iemand die iets leert., student(nl) iemand die iets leert.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken