ongemanierdheid (zn):
gemeenheid(nl) —.
(nl) het onfatsoenlijk zijn., onfatsoenlijkheid(nl) —.
(nl) het onfatsoenlijk zijn., grofheid(nl) —., onbetamelijkheid(nl) —., ongegeneerdheid(nl) —., ruwheid(nl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com