opzouten (ww):
ophoepelen(nl) —.
(fr) Se faire congédier ouvertement.
(nl) (informeel) snel weggaan., afbollen(nl) —.
(nl) (informeel) snel weggaan., inmaken(nl) —.
(nl) van eetwaren in het zout leggen om ze te kunnen bewaren en later te gebruiken., inpekelen(nl) —.
(nl) van eetwaren in het zout leggen om ze te kunnen bewaren en later te gebruiken., opkroppen(nl) —.
(nl) (figuurlijk) niet uiten van gevoelens., oplazeren(nl) —.
(nl) (informeel) snel weggaan., vertrekken(nl) —.
(nl) (informeel) snel weggaan., kus mijn kloten(fr) Se faire congédier ouvertement., opdonderen(fr) Se faire congédier ouvertement., opflikkeren(fr) Se faire congédier ouvertement., opsodemieteren(fr) Se faire congédier ouvertement., sodemieter op(fr) Se faire congédier ouvertement.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com