N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor paren.
paren (ww):
bijeenvoegen(nl) —.
(nl) (intr) samen met iets of iemand anders een paar/koppel vormen., cohabiteren(nl) —.
(nl) (ov) koppelen, tot een paar maken, verbinden ., combineren(nl) —.
(nl) (intr) samen met iets of iemand anders een paar/koppel vormen., copuleren(nl) —.
(nl) (ov) koppelen, tot een paar maken, verbinden ., verbinden(nl) —.
(nl) (intr) samen met iets of iemand anders een paar/koppel vormen., vrijen(nl) —.
(nl) (ov) koppelen, tot een paar maken, verbinden ., koppelen(en) pair in order to raise offspring.
(en) arrange in matched pairs.
(en) copulate.
(en) to group into sets of two., bespringen(en) copulate (of animals)., bestijgen(en) copulate (of animals)., dekken(en) copulate (of animals)., in(en) to arrange in pairs., ordenen(en) to arrange in pairs., paar(en) to arrange in pairs.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com