Nederlandse synoniemen voor 'pauze'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor pauze.

pauze (zn):
onderbreking(nl) —.
(en) interruption, break or pause.
(nl) tijd waarin de hoofdactiviteit wordt onderbroken.
, rust(nl) —.
(en) a period of rest.
(no) midlertidig stopp i handling.
, break(nl) —., halftime(nl) —., tussenpoos(nl) —., verpozing(nl) —., adempauze(en) rest or pause., gat(en) interruption, break or pause., hiaat(en) interruption, break or pause., interruptie(en) interruption, break or pause., stop(en) interruption of travel., vakantie(en) interruption, break or pause.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken