schieter (zn):
schutter(nl) iemand die een projectiel met grote snelheid laat wegvliegen (m.n. uit een vuurwapen)., schietschop(nl) (voeding), (kookkunst) voorwerp waarmee men broden in en uit de oven haalt., schietplank(nl) (voeding), (kookkunst) voorwerp waarmee men broden in en uit de oven haalt.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com